Omdat het bij de 80.30 om huuropbrengsten gaat is deze gekoppeld aan 00.30.
De dividenden van OIKOcredit worden verantwoord op rekening 03.30, die gekoppeld is aan 81.30.
Voor de opbrengst van PDKN, Protestants Diaconaal Krediet Nederland, waarmee u diaconale projecten steunt, kunt u kiezen.
U boekt de lening of onder 02 financiële activa of onder 03.30 overige beleggingen.
De opbrengsten worden dan door FRIS gekoppeld aan de juiste rekeningen in 81 serie.
De cijfers van de rubriek 80 zijn gekoppeld aan de rekeningen in de 00 rubriek.
Daar vult u naast de balanswaarde van onroerende goederen ook de pachtprijs of huurprijs per jaar in.
Daarvoor is de rekening 48.12 beschikbaar.
Deze inkomsten kunt u verantwoorden op 80.91 inkomsten buffet, die heeft als lastenrekening 41.95 Naast deze twee rekeningen bent u verplicht als bijlage een uitgebreide specificatie van de inkomsten en uitgaven in te dienen. In bepaalde gevallen kan er een BTW-plicht ontstaan.(zie het vraagteken bij de 80 serie
Als u voor trouwen kosten in rekening brengt verantwoordt u die als opbrengsten in de 83 serie.
Als u kosten maakt, valle de kosten in de serie 44.
Uitvaartksoten worden veantwoord op d rekeignven de begraafplaats en vormen straks een onderdeel van de totale baten en lasten die u op rekening 21.96 moet boeken.
Wij verwijzen u naar de uitgebreide handleiding en toelichting op de richtlijn begraafplaatsen.
Onder 83.40 worden de inkomsten geboekt die bestemd zijn voor de kerktelefoon. De lasten, dus de abonnementen komen op 47.80.
Voor het kerkblad gebruikt u 83.41 en 47.81.
Niet altijd vallen ze tegen elkaar weg en kunt u het saldo gewoon laten staan.
Alle giften komen op 83.20 of in de 84 serie als ze doorgezonden moeten worden.
Schenkingen en legaten lopen via de exploitatierekening dus inderdaad via incidentele baten, in het nieuwe rekeningschema 95.40
Uitgegeven collectebonnen worden pas als baten geboekt op het moment dat ze worden ingeleverd.
Wij raden u aan om als volgt te werk te gaan.
Bij ontvangst van liquide middelen voor collectebonnen boekt u: (gefingeerde bedragen)
12 Geldmiddelen 500
aan 25.20 Collectebonnen/munten 500
(als u bonnen uitgeeft met verschillende waarde, kunt u dat eventueel naar eigen inzicht in uw administratie gesplitst boeken)
Bij het tellen of de afdracht van de collectes maakt u de opstelling:
Daarvan boekt u na afstorting:
12 Geldmiddelen 250
25.20 Collectebonnen 50
aan 83.20 of 84...... voor 300
Stel dat u het totale bedrag op 84.14 diaconale noodhulp hebt geboekt en uw gemeente wil 200 euro extra storten.
Dan boekt u:
53.14 afdracht diaconale noodhulp 300
52.25 aanvullende bijdragen 200 (afhankelijk van het doel 50.90-51.15-52.25)
aan 12 Geldmiddelen 500
Daarmee bereikt u dat 84 en 53 in evenwicht zijn en dat u de extra bijdragen apart laat zien.
Om het verhaal; compleet te maken.
Stel dat er op 31-12 van een jaar op 25.20 een bedrag van € 1.000 staat.
Een deel daarvan zal om verschillende reden nooit meer ingeleverd worden.
Daarom mag een deel van het openstaande bedrag vrijvallen.
Wij raden dan aan om maximaal het uitgegeven bedrag aan bonnen in het 4e kwartaal op de balans te laten staan.
Stel € 600
Dan kunt u boeken:
25.20 Collectebonnen 400
aan 83.99 overige opbrengsten 400
Wat wordt verstaan onder collecten (e.a.) van niet-diaconale aard op 53.21?
Deze rekening is erin gekomen omdat de gemeente, dus de kerkrentmeesters, ook giften kunnen doen en eventueel (deur)collectes kunnen houden die niet onder de diaconie vallen.
Bijvoorbeeld jeugdprojecten samen met andere kerken/instanties.
De diaconie bekijkt, collecteert en boekt dus alleen plaatselijke, regionale, landelijke of wereldwijde projecten voor diaconie, werelddiaconaat, zending en eventueel evangelisatie.
Alle doorzendcollecten van de kerkrentmeesters verantwoordt u in de 84 serie.
Het totaal van de afdrachten die u boekt in de 53 serie moet op regelniveau met elkaar overeenstemmen.
Kerkrentmeesters zullen meestal boeken op 84.21 en 84.22 en de afdracht op 53.21 en 53.22
Alle giften komen op 83.20 of in de 84 serie. Schenkingen en legaten lopen via de exploitatierekening via incidentele baten, op rekeningschema 95.40
Gerelateerde vra(a)g(en):
Antwoord:
Het is niet de bedoeling inkomsten en uitgaven te salderen. Ook in ons "oude"excel model werd de splitsing al toegepast. Doorzendcollectes vormen een onderdeel van de inkomsten uit "levend geld" en moeten zichtbaar zijn. Ook voor de begroting 2020 en 2021 moeten deze bedragen gesplitst opgenomen worden. Omdat de gesaldeerde bedragen in uw administratie werden geboekt is het nodig dit voor de komende jaarstukken, dus begroting en jaarrekening al te wijzigen.
Het gaat om zorg, dus diaconie overig. Dan zouden wij kiezen voor 50.22 of 50.99.
Is het een project van de kerkrentmeesters dan kunnen het beste dezelfde rekeningen gebruikt worden.
De uitsplitsing is er omdat veel diaconieën een aparte kerkelijke bijdrage vragen voor plaatselijk of regionaal werk en een andere voor zending, werelddiaconaat, ontwikkelingssamenwerking en evangelisatie (ZWO of ZWOE).
De vrijwillige bijdrage voor de Diaconie, in casu de ZWO kunt u boeken op post nummer 83.10.
Is het een bedrag dat doorgezonden moet worden naar een project, dan verantwoordt u dat bedrag in de 84 serie.
De afdracht kunt u boeken bij de lasten van bij post 53.
Het totaal van rubeukt 84 en 53 moet op rekeningniveau overeenstemmen.
Dus als u de opbrengst boekt op 83.14, komt de afdracht op 53.14.
Uitgegeven collectebonnen worden pas als baten geboekt op het moment dat ze worden ingeleverd.
Wij raden u aan om als volgt te werk te gaan.
Bij ontvangst van liquide middelen voor collectebonnen boekt u: (gefingeerde bedragen) 12 Geldmiddelen 500 aan 25.20 Collectebonnen/munten 500
(als u bonnen uitgeeft met verschillende waarde, kunt u dat eventueel naar eigen inzicht in uw administratie gesplitst boeken)
Bij het tellen of de afdracht van de collectes maakt u de opstelling:
Daarvan boekt u na afstorting:
Stel dat u het totale bedrag op 84.14 diaconale noodhulp hebt geboekt en uw gemeente wil 200 euro extra storten.
Dan boekt u:
Niet diaconale giften lopen via de kerkrentmeesters, maar dat college gebruikt hetzelfde rekeningschema en dus ook dezelfde schermen. En die zullen de diaconale giften juist niet invullen.
Voorbeeld van een niet diaconale gift:
Als er voor noodhulp gecollecteerd wordt worden de baten op 84.14 geboekt en de afdracht op 53,14. Extra bedragen kunnen dan op 52.25 geboekt worden.
Veel diaconieën betalen ook zonder collecte, dan komt 52.26 daarvoor in aanmerking.
De opbrengst valt onder Levend geld, collecten in kerkdienstendus 83.20
Onder welk boekingsnummer kan ik deze onderbrengen.
In FRIS kan de grootboekrekening 50.80 Jeugddiaconaat/jongerenwerk gebruikt worden, waarbij er in de toelichting op de subgroep 50 'Diaconaal werk plaatselijk' een nadere toelichting / omschrijving toegevoegd kan worden.
Sommige gemeenten brengen de zending en evangelisatie onder bij de gemeente (kerkrentmeesters) en niet onder de diaconie.
Het kan zijn dat de kosten daarvan onder de 44 groep opgenomen kunnen worden.
Heeft het te maken met collecte en de afdracht daarvan dan gebruikt u de rekeningen 84.15 en 53.15
Het normale uitgangspunt is dat ZWO, Zending, Werelddiaconaat, Ontwikkelingssamenwerking en Evangelisatie allemaal onder de diaconie vallen.
De opbrengsten worden verantwoord op rekening 83.80, 83.99 of op 84.15 als het om uitzendingen gaat, gebruik dan voor de afdracht 53.15.
Voor de kosten van de evangelisatiecommissie hebben we geen aparte rekening. U zou 44.99 of 47.99 daarvoor kunnen gebruiken.
Overigens is het zo dat de meeste diaconieën zending, evangelisatie en werelddiaconaat bij elkaar tellen en deze kosten boeken op 50.99 of 52.29.