D. Speciale onderwerpen vanaf MJ2024

Inleiding

Soms zijn meerdere stappen nodig om de effecten van aanpassingen in het beleid volledig en correct te verwerken in een meerjarenraming. Voor dergelijke gevallen worden fictieve praktijkvoorbeelden uitgewerkt om de gang van zaken te illustreren. Per voorbeeld worden de effecten op een aantal aspecten, zoals het resultaat, de algemene reserve, de vrije buffer en de liquiditeit, gegeven. Hierbij wordt de 'Richtlijn jaarverslaggeving en begroting PKN' gevolgd. Daarnaast zijn de volgende definities van belang:

  • De vrije buffer bestaat uit de algemene reserve plus de herwaarderingsreserves minus de waarde van de kerkelijke activa (kerkgebouwen, kerkelijke verenigingsgebouwen, pastorieën (bewoond door predikant), kosterswoningen (bewoond door koster), installaties en inventarissen in kerkelijke gebouwen, orgels).
  • De liquide middelen bestaan uit de geldmiddelen en uit de effecten en beleggingsfondsen.

Met ingang van de meerjarenraming 2024 worden de effecten van herwaarderingen van onroerende zaken, installaties en inventarissen en van koersresultaten van effecten en beleggingsfondsen zoveel mogelijk direct in het vermogen verwerkt. Tot en met de meerjarenraming 2023 gebeurde dat indirect via het resultaat. Alleen eventuele verschillen tussen wijzigingen van de waardering van onroerende zaken, installaties en inventarissen en van koersresultaten van effecten en beleggingsfondsen enerzijds en de daaraan gerelateerde wijzigingen van herwaarderingsreserves en reserves koersverschillen anderzijds beïnvloeden het resultaat. FRIS constateert of dergelijke verschillen optreden en zal automatisch de benodigde boekingen in de incidentele baten verzorgen.

Acties waarbij waarderingen herzien worden, zoals aan- of verkopen en/of herwaarderingen van onroerende zaken of de verwerking van koersresultaten hebben steeds dezelfde benadering:

  1. mutatie van de balanswaarde op het scherm Balansposten, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen: a. herwaarderingen en (des)investeringen bij kerkelijke en niet-kerkelijke goederen b. koersresultaten en aan- en verkopen bij effecten en beleggingsfondsen
  2. mutatie van de herwaarderingsreserves resp. reserves koersverschillen op het scherm Balansposten, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen: a. bij- en afboekingen n.a.v. waardestijgingen of -dalingen b. afboekingen n.a.v. verkopen
  3. verwerking van boekverliezen en/of boekwinsten bij incidentele baten en/of lasten (65- en/of 95-rekeningen)'.

Omdat de verwerking van herwaarderingen en koersresultaten direct in het vermogen gebeurt, zijn er voor alles wat met herwaarderingen en koersresultaten te maken heeft geen aparte toevoegingen en/of onttrekkingen aan bestemmingsreserves via baten- en/of lastenrekeningen (60- en/of 90-rekeningen) nodig.

De 60- en/of 90-rekeningen worden alleen voor toevoegingen en/of onttrekkingen aan bestemmingsreserves, niet zijnde herwaarderingsreserves of reserves koersverschillen, en aan bestemmingsfondsen gebruikt. Voor de ramingsjaren in de meerjarenramingen worden de wijzigingen van dergelijke bestemmingsreserves en -fondsen opgenomen op het scherm Balansposten. FRIS zal op de achtergrond automatisch zorgen voor de gerelateerde toevoegingen en/of onttrekkingen bij de 60- en/of 90-rekeningen.

De volgende praktijkvoorbeelden in de genummerde lijst verwijzen naar bovenstaande drie stappen. Let op: deze praktijkvoorbeelden zijn alleen relevant vanaf meerjarenraming 2024 (en niet voor meerjarenraming 2023 en/of eerder).