In de ‘Richtlijn Begroting en Jaarverslaggeving PKN’ wordt als hoofdregel aangegeven dat de waardering van landbouwgronden plaatsvindt op basis van 60% van de fiscale waarde, zoals die jaarlijks bekend gemaakt wordt door de Belastingdienst (waardering verpachte gronden in box 3), ongeacht de resterende looptijd van het pachtcontract.
In FRIS is een rekenhulp beschikbaar voor het berekenen van de waardering van landbouwgronden die aan deze hoofdregel voldoen.
De rekenhulp is te benaderen met het calculatoricoon in het veld ‘WOZ-waarde’ op specificatieregels bij rekening 00.80 ‘Onbebouwde eigendommen’ (met ingang van boekjaar 2022: ‘Landerijen’) op scherm 00 ‘Onroerende zaken’.
Na het invullen van de burgerlijke gemeente waarin de landbouwgrond gelegen is en de oppervlakte van het perceel berekent FRIS de voor het betreffende boekjaar geldende waarde op basis van de gegevens van de Belastingdienst. Deze waarde wordt overgenomen in het veld ‘WOZ-waarde’ op de betreffende specificatieregel bij rekening 00.80.
In een volgend boekjaar zijn de eerder ingevoerde gegevens bewaard. De voor het nieuwe boekjaar berekende waarde hoeft alleen nog maar geaccepteerd te worden m.b.v. de knop ‘Opslaan’ in de rekenhulp.
Als de waardering van een perceel niet volgens de hoofdregel van de richtlijn gaat, moet dat aangegeven worden door het weghalen van het vinkje bij ‘Waardering volgens richtlijn’. De normwaarde voor het betreffende landbouwgebied wordt wel opgehaald, maar er wordt geen berekening uitgevoerd. Men moet zelf de waardering bepalen en deze invullen in het veld ‘WOZ-waarde’. Voorbeelden van in de richtlijn genoemde uitzonderingsgevallen zijn beklemmingen, eeuwigdurende contracten en gevallen waarbij het CCBB toestemming gegeven heeft voor een afwijkende waardering.
NB: na een herindeling van een burgerlijke gemeente kan het enige jaren duren, voordat de nieuwe gemeente in de gegevens van de Belastingdienst verwerkt is. Gedurende die periode wordt het landbouwgebied nog bepaald op basis van de oude burgerlijke gemeente. Als de oude burgerlijke gemeente niet meer bekend is in de gegevens van de Belastingdienst, moet in de rekenhulp in FRIS de nieuwe burgerlijke gemeente opgegeven worden.