De risicostatus is afhankelijk van drie hoofdlijnen:
Door het Exploitatiesaldo te delen op de vrije buffer ontstaat er bij een eventueel tekort het aantal jaren dat dit tekort zou kunnen bestaan zonder in de problemen te raken met de vrije buffer.
Zodra die termijn korter is dan 5 jaar is er een hoog risico, wordt het langer dan 10 dan is het risico wel aanwezig, maar minder prominent. Dan is het zaak om elk jaar opnieuw een raming te maken en de ontwikkeling te volgen.
Gaat het tekort gepaard met een krappe liquiditeit, dan wordt het risico nog groter. Dus als het saldo liquide middelen negatief wordt, komt het risico uit op 'Hoog'.
Omdat het een samenstelling van verschillende factoren is zowel in de balanscijfers als in de exploitatie is de berekening een prognose. Reden voor een CvK om er naar te kijken en eventueel verschillende scenario's uit te werken. Die wordt binnen het CCBB altijd aangevuld met een beoordeling van andere factoren zoals ontwikkeling vanuit het verleden, functiescheiding en dergelijke.