C. Speciale onderwerpen t/m MJ2023

Inleiding

Soms zijn meerdere stappen nodig om de effecten van aanpassingen in het beleid volledig en correct te verwerken in een meerjarenraming. Voor dergelijke gevallen worden fictieve praktijkvoorbeelden uitgewerkt om de gang van zaken te illustreren. Per voorbeeld worden de effecten op het resultaat, de vrije buffer en de liquiditeit gegeven. Hierbij wordt de 'Richtlijn jaarverslaggeving en begroting PKN' gevolgd. Daarnaast zijn de volgende definities van belang:

  • De vrije buffer bestaat uit de algemene reserve plus de herwaarderingsreserve minus de waarde van de kerkelijke activa (kerkgebouwen, kerkelijke verenigingsgebouwen, pastorieën (bewoond door predikant), kosterswoningen (bewoond door koster), installaties en inventarissen in kerkelijke gebouwen, orgels).
  • De liquide middelen bestaan uit de beleggingen (niet de vastgoedbeleggingen) en de geldmiddelen.

Acties waarbij waarderingen herzien worden, zoals aan- of verkoop en/of herwaardering van onroerende goederen, het boeken van de resultaten van een begraafplaats, en dergelijke, hebben altijd dezelfde benadering:

  1. mutatie van de balanswaarde
  2. boekverlies, boekwinst en/of herwaardering op incidentele baten en/of lasten (65 en/of 95-rekeningen) -> beïnvloeden 'resultaat A+B'
  3. toevoegingen en/of onttrekkingen aan bestemmingsreserves (60- en/of 90-rekeningen) -> beïnvloeden 'resultaat D'.

Punten 1 en 2 moeten altijd uitgevoerd worden, punt 3 alleen als bestemmingsreserves gewijzigd moeten worden. Bij de berekening van de liquiditeit worden de punten 1 en 2 gebruikt. De punten 1 en 3 worden gebruikt bij de berekening van de vrije buffer.

De volgende praktijkvoorbeelden in de genummerde lijst verwijzen naar bovenstaande drie stappen. Let op: deze praktijkvoorbeelden zijn alleen relevant t/m meerjarenraming 2023 (en niet voor meerjarenraming 2024 en/of later).